Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alleenlijk doe twee [40]dingen niet met mij; [41]dan zal ik mij van Uw aangezicht niet verbergen. 40. Te weten, welke in vs.21 verhaald worden; waarvan het ene is, dat Hij hem met de plaag, die hij nu had, niet geduriglijk drukken zou; het andere, dat Hij hem niet steeds verschrikken zou met zijne majesteit, als voor welke hij niet kon bestaan, om zijn recht te verhandelen. Deze twee dingen heeft hij ook tevoren verhaald, hfdst.9 vs.34. Zij worden ook vermeld van Elihu, onder, hfdst.33 vs.7. 41. Dat is, ik zal mij voor U niet versteken of zoek maken, maar zal mij vrijmoediglijk vertonen om mijn recht te verdedigen.